In de slag op de grote velden worden Syphax en Hasdrubal
opnieuw verslagen en Masinissa haast zich om Cirta in te nemen. Daar wacht hem
volgens Livius een grote verrassing:
Livius XXX, 12:
“--- Toen hij de
voorhof binnenkwam, snelde Sophoniba, de vrouw van Syphax en de dochter van
de Puniër Hasdrubal, hem al op de drempel tegemoet. Toen ze temidden van de
schare militairen Masinissa zag, die opviel door zijn wapenuitrusting en
verdere uiterlijk, hield ze hem terecht voor een koning, viel neer aan zijn
knieën en zei: ‘De goden, uw moed en uw gelukkig gesternte hebben u alle
macht over ons gegeven. Maar als het een gevangene vrijstaat haar smekende
stem te verheffen tot hem die meester is over haar leven en dood, en zijn
zegevierende rechterhand aan te raken, dan bid en smeek ik u bij uw
koninklijke majesteit, die wij kortgeleden ook bezaten, bij de naam van het
volk der Numidiërs die U hebt gedeeld met Syphax, bij de goden van dit paleis
– die u onder gunstiger tekens mogen ontvangen dan ze Syphax hiervandaan
hebben laten vertrekken! – dat u mij als smekelinge deze gunst verleent: dat
uzelf over uw gevangene beslist wat uw hart u maar ingeeft en mij niet
onderwerpt aan de arrogante, wrede willekeur van een of andere Romein. Als ik
niets anders was geweest dan de vrouw van Syphax, zou ik me toch liever op
het woord van een Numidiër en een man, geboren in hetzelfde Afrika als ik,
willen verlaten dan dat van een buitenlander van vreemde herkomst. Wat een
Carthaagse vrouw, de dochter van Hasdrubal, van een Romein te vrezen heeft,
ziet u zelf wel in. Als u over geen ander middel beschikt, bid en smeek ik u,
dat u mij door de dood tegen de willekeur van de Romeinen beschermt.’ “
|
Appianus. The
Punic Wars V,27:
“After this they entered the country of the
Massylians and the
|
Het is volstrekt ongeloofwaardig, dat Sophoniba deze
welsprekende vol- en bijzinnen via Livius zo heeft uitgesproken, maar iets in
die trant zou eventueel nog kunnen. Sophoniba schijnt verder een beroep te doen
op de gezamenlijke Afrikaanse afkomst. Dit soort pan-Afrikanisme heeft echter
nooit echte voet aan de grond gekregen. De verdeeldheid onder de Afrikaanse
volken, stammen en steden was te groot.
Appianus laat Masinissa ook trouwen met Sophonisba, maar
kiest dan een geheel andere invalshoek en laat haar de grote zondebok worden in
de woorden van Syphax.
De verhalen van Livius en Appianus zijn hier nauwelijks
geloofwaardig meer. Het kan zijn, dat Masinissa de vrouw van Syphax in Cirta
aangetroffen heeft en dat Scipio dat gevaarlijk vond voor de trouw van
Masinissa aan de Romeinse zaak. Niet meer dan dat.
Livius XXX, 12 (vervolg):
“Ze was een
opvallende schoonheid in de bloei van haar leven. Dus toen ze, nu eens zijn
knieën en dan weer zijn rechterhand omvattend, dringend om zijn woord vroeg
dat ze niet aan een Romein zou worden uitgeleverd en haar woorden meer weg
hadden van liefkozingen dan van smeekbeden, werd het hart van de overwinnaar
niet alleen door medelijden bewogen, maar met de aangeboren ontvlambaarheid
van Numidiërs werd hij overweldigd door liefde voor zijn gevangene. Hij gaf
haar zijn rechterhand als onderpand voor de inwilliging van haar verzoek en
ging het paleis in. Vervolgens begon hij bij zichzelf te overdenken hoe hij
zijn belofte gegestand kon doen. Toen hij geen oplossing kon vinden, liet hij
zich door zijn liefde tot een even roekeloos als schaamteloos plan verleiden:
hij beval plotseling voor die dan een bruiloft te organiseren om voor Laelius
of Scipio geen weg open te laten voor maatregelen tegen een gevangene die
intussen met Masinissa getrouwd was.”
|
Appianus.
The Punic Wars V,27 (vervolg):
Masinissa accepted her explanations gladly
and married her; but when he returned to Scipio he left her at Cirta,
forseeing apparently what would happen.”
|
Het geromantiseer van Livius kent geen grenzen. Dat Syphax
zo hoteldebotel van de meid zou zijn, is al met een korrel zout te nemen, maar
dat ook Masinissa van het ene op het andere moment voor haar valt, is toch wel
erg onwaarschijnlijk. Livius benadrukt ook opvallend een zogenaamde
karaktertrek van de Numidiërs: aangeboren ontvlambaarheid.
Appianus doet deze passage af in een enkele zin, hetgeen te
denken geeft.
Livius XXX, 12 (slot):
“---- Na de
huwelijkssluiting verscheen Laelius, die zijn ongenoegen over deze daad niet
onder stoelen of banken stak. Eerst probeerde hij de vrouw van het huwelijksbed
weg te halen en haar samen met Syphax en de overige gevangenen naar Scipio te
sturen. Maar vervolgens zwichtte hij voor de bedeb van Masinissa, die smeekte
dat hij de beslissing van wie van beide koningen Sophoniba het lot zou delen,
aan Scipio zou overlaten. Hij stuurde alleen Syphax en de krijgsgevangenen weg
en veroverde met de hulp van Masinissa de andere steden van Numidië, die door
de troepen van de koning bezet werden gehouwen.”
Deze passage geeft goed de verhoudingen weer. Masinissa
heeft niets te vertellen. Hij is slechts een vazal van de Romeinen, die gewoon
moet luisteren naar zelfs een Romeinse onderbevelhebber. Alleen met steun van
de Romeinen kan hij Massylië in zijn geheel weer terugwinnen!
Appianus. The Punic Wars V,27 (vervolg):
Scipio asked Syphax:
‘What evil genius misled you, after inviting me
as your friend to come to Africa, and caused you to break your faith to the
gods by whom you swore and the Roman people, and to join the Carthaginians in
making war against us, when not long before we were helping you against the
Carthaginians?’
Syphax replied: ‘Sophonsiba, the daughter of
Hasdrubal, with whom I fell in love to my hurt, is passionately attached to
her country, and she is able to make everybody subservient to her wishes. She
turned me away from your friendship to that of her own country and plunged me
from that state of good fortune into my present misery. I advise you (for
now, being on your side and rid of Sophonisba, I must be faithful to you) to
beware of Sophonisba lest she draw Masinissa over to her designs, for it is
not to be expected that this woman will ever choose the Roman side, so
strongly is she attached to her own country.’ “
|
Livius XXX, 13:
“---Hij was toen
zijn verstand kwijt geweest, en had toen alle persoonlijke gastvriendschap en
officiële verdragen uit zijn gedachten gebannen, toen hij een vrouw uit
Carthago in huis haalde. Door die huwelijksfakkel was zijn paleid in vlammen
opgegaan, die furie en pest had met alle verlokkingen zijn geest afgeleid en
van zichzelf vervreemd, en ze had niet gerust voordat ze men eigenhandig de
goddeloze wapens tegen zijn gast en persoonlijke vriend had aangetrokken. Het
was voor hem in zijn reddeloze, ellendige toestand echter een troost te zien
dat dezelfde pest en furie was overgegaan naar het huis van zijn
allergrootste vijand. Masinissa was niet wijzer of standvastiger dan Syphax,
zelfs onvoorzichtiger door zijn jeugdige leeftijd: in elk geval was zijn
huwelijk met haar dommer en onbeheerster geweest dan dat van hemzelf.”
|
Van de liefde voor Sophoniba is in ieder geval niet veel
meer over en zij krijgt van alles de schuld van Syphax. Wat een vrouw toch
allemaal teweeg kan brengen! Het is niet zo geloofwaardig allemaal. Livius laat
Syphax zo spreken uit haat en jaloezie. Appianus laat het in het midden, of hij
nu de waarheid spreekt, of woorden opgerispt en vervuld van jaloezie.
Appianus.
The Punic Wars. V,28:
“So he spoke (Syphax), but whether he was
telling the truth or was moved by jealousy and a desire to hurt Masinissa as
much as possible, is not known. But Scipio called Syphax to the council, as
he had shown himself sagacious and was acquainted with the country, and took
counsel with him as Cyrus did with Croesus, king of
|
Livius XXX, 15:
“---- Ontdaan ging
hij (Masinissa) van het hoofdkwartier naar zijn tent. Daar verwijderde hij
alle ooggetuigen en bracht geruime tijd door met veel zuchten en steunen, wat
goed te horen was voor de mannen rondom zijn tent. Tenslotte uitte hij een
jammerkreet en riep een trouwe slaaf die volgens de traditie van de koningen
vergif onder zijn hoede had voor eventuele noodgevallen. Hij beval hem gif in
een beker te mengen, het aan Sophoniba te brengen en daarbij te berichten,
datt Masinissa graag de eerste belofte zou hebben gehouden, die hij als man
aan zijn vrouw verschuldigd was. Maar aangezien de machthebbers hem de
beslissing daarover ontnamen, hield hij zijn teweede belofte: dat ze niet
levend in de macht van de Romeinen zou komen. Denkend aan haar vader de
bevelhebber, aan haar vaderstad en aan de twee koningen met wie zij gehuwd
was geweest, moest zij haar lot in eigen hand nemen. Toen de dienaar met dit
bericht en tegelijk met het vergif bij Sophoniba kwam zei ze: ‘Ik neem de
huwelijksgift aan. Hij is niet eens onwelkom, als mijn man niets beters aan
zijn vrouw te bieden heeft. Maar meld dit: ik zou een betere dood gehad
hebben als ik niet bij mijn begrafenis getrouwd was.’ Even heftig als ze
gesproken had nam ze de beker aan en dronk hem zonder een teken van emotie
onvervaard leeg.----“
|
Bij Appianus reikt Masinissa zelf de gifbeker aan aan
Sophoniba, maar Livius laat het zijn slaaf doen. De afscheidswoorden van
Sophoniba zijn ook al verschillend. Eens te meer blijkt, dat beide klassieke
auteurs het verhaal naar eigen inzicht hebben ingevuld, maar dat ze zich niet
gebaseerd hebben op een oudere bron. Misschien is het enige ware, dat Sophoniba
gedwongen werd de gifbeker leeg te drinken, als er al sprake is van een
gifbeker.
Samenvatting:
Het verhaaltje van Polybius is waarschijnlijk berust op
waarheid. De rest is in meerdere of mindere mate voor wat betreft de rol van
Sophonisba erbij gefantaseerd, vooral door Livius, waarin hij ten dele door
Appianus is nagevolgd. De grote lijnen van het verhaal staan wel overeind,
zoals de strijd tussen de Numidiërs onderling, De Romeinse invasie van Afrika
en de nederlagen van Syphax en Hasdrubal.
De weerslag op onze wereld:
Dit verhaal van Sophoni(s)ba heeft tot veel inspriratie
geleid in de 17e en 18e eeuw in de theaterkunst en de
schilderkunst. Matti Preti (1613-1699) schildert een prachtig schilderij over
haar dood. Er verschijnen in de Franse wereld diverse theaterstukken met de titel
Sophonisba:
1601
Montreux
1629 Mayret
1663
Corneille
1716
Chancel de La Grange
1822
Voltaire (bewerking van Mayret)
H.R.van Diessen
NCFPS
Apeldoorn, 5 juli 2014

Geen opmerkingen:
Een reactie posten